Moppen Voor Kinderen . nl

Een vrouw met een ontzettend dikke kont wordt op staat altijd uitgescholden voor paardenreet. Op de bus, in de trein, op straat…altijd roepen ze haar na: “Hé paardenreet!!!” Ze wordt er steeds verdrietiger onder en besluit een bezoek aan de dokter te brengen met de vraag of hij iets aan haar dikke achterwerk kan doen. De dokter vraagt of ze zich uitkleedt en bij de eerste aanblik van haar forse achterwerk begint hij meteen te schrijven. De vrouw vraagt hoopvol: “Ah dokter, heeft u een receptje om mijn achterwerk te verkleinen?” “Neen”, zegt de dokter, “ik schrijf voor u een vergunning dat u op straat mag poepen.”

“Waarom laten jullie de hele nacht licht in huis branden?”
“Dat is voor de inbrekers”
“Dat snap ik niet, die hebben toch al een zaklantaarn?”

Er zitten twee zwervers op een bank in het park. De één legt een stuiver op de bank. Waarop de ander vraagt: “Waarom doe je dat?” Waarop de eerste antwoordt: “Ik wil eens voelen hoe het is om geld op de bank te hebben!”

Een man wil een kasteel kopen. Hij zegt tegen de kasteelheer: “Ik heb gehoord dat het hier spookt. Is dat zo?” Waarop de kasteelheer antwoordt: “Wat een onzin. Als dat zo is, dan zou ik het moeten weten. Ik woon hier tenslotte al meer dan 500 jaar.”

Er is brand in een huis. De brandweer komt eraan en probeert een oud vrouwtje te redden. Een brandweerman gaat de ladder op en zoekt naar de oude mevrouw. Uiteindelijk kan hij haar vinden en loopt met de vrouw naar de ladder. “Even op uw tanden bijten oma, dit is zo voorbij”, zegt hij. “Oh nee,” antwoordt de oude dame, “dan moeten we weer naar boven, want mijn gebit ligt nog in de badkamer.”

Er zitten 2 bananen in bed, zegt de ene tegen de andere: “Hé, ga eens recht liggen.”

— Deniz Alan

De bewaker van de gevangenis is zijn portefeuille kwijt en hij gaat naar de celblokken en vraagt: “Wie heeft mijn portefeuille gestolen?!”. Niemand zegt iets en hij vraagt het nog eens. Niemand zegt iets en dan zegt hij: “Als ge ni zegt da ge mijne portefeuille gestolen hebt, dan zwier ‘k u er uit!” en opeens zegt iedereen: “Ik heb hem gestolen!”.

— Maartje Smets

Trots vertelt de jongste bediende aan de baas, dat hij dat roze met groen gestreepte jasje uit de oude voorraad toch heeft weten te verkopen. “Vond die man dat mooi?”, vraagt de baas. “Nou, dat zei hij niet zo direkt, alleen zijn blindegeleidehond gromde een beetje”.

— Jean

Een dronkaard wankelt naar huis. Hij komt bij een mooie nieuw geasfalteerde weg, die door de regen blinkt als een spiegeltje. “Bah, een kanaal, en ik heb geen zwembroek bij me. Nou ja, er kijkt niemand”. Hij kleedt zich uit, neemt een aanloop, duikt en … klapt op het asfalt. “Verdraaid,” mompelt hij, “nu heeft het nog gevroren ook”.

— Jean

Jan belt bij zijn onderbuur aan en vraagt of hij de volgende avond de stereo-installatie mag lenen. “Natuurlijk,” zegt de buurman, “heb je een feestje?”. “Nee hoor!”, antwoordt Jan, “Ik zou alleen eens een beetje willen slapen!”.